Wilsbekwaamheid

Wilsonbekwaam
Iemand is wilsonbekwaam als hij niet tot een redelijke waardering van de eigen belangen in staat wordt geacht. Dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Het kan zijn dat iemand alleen maar in bepaalde situaties daartoe niet in staat is. Bij wilsbekwaamheid gaat het erom of iemand in staat is te beslissen en hoe zo iemand dat doet. Het gaat er dus niet in de eerste plaats om wát die persoon beslist.

Wilsbekwaamheid
De vraag of iemand wilsbekwaam of wilsonbekwaam is, speelt vooral een rol in de gezondheidzorg. Het gaat er dan meestal om of iemand (nog) zelf kan beslissen of een bepaald onderzoek of een bepaalde behandeling wel of niet moet plaatsvinden. Om daarover te kunnen beslissen heeft de patiënt informatie nodig. Maar die informatie moet de patiënt natuurlijk wel kunnen begrijpen.
Het komt erop neer dat een patiënt als wilsbekwaam kan worden beschouwd als;
Aan hem/haar informatie is gegeven voor het nemen van een beslissing terwijl die informatie is afgestemd op het bevattingsvermogen van de patiënt en voor zover dat met het oog op de aard en de reikwijdte van de te nemen beslissing noodzakelijk is en de patiënt er dán blijk van geeft de informatie te begrijpen.

Wanneer bestaat er aanleiding wilsbekwaamheid te beoordelen
Hulpverleners kunnen in de meeste gevallen tijdens de behandeling en verzorging van psychiatrische patiënten, verstandelijk gehandicapten en psychogeriatrische patiënten wel beoordelen in hoeverre de patiënt wilsbekwaam is. Een aparte beoordeling van de bekwaamheid vindt plaats als daarvoor een concrete aanleiding is. U kunt daarbij denken aan situaties waarin de toestemming van een patiënt nodig is voor een ingrijpend onderzoek of een ingrijpende behandeling. Of als de patiënt een onderzoek of een behandeling weigert en die weigering ingrijpende gevolgen kan hebben.

Wie beoordeelt wilsbekwaamheid
Als er een beslissing over de behandeling van een patiënt moet worden genomen, beoordeelt in beginsel de hulpverlener of de patiënt wilsbekwaam is. Dit eventueel na overleg met andere leden van het behandelteam.
Als de patiënt onder curatele staat moet ook de curator, in verband met de behandelingsbeslissing, een oordeel geven over de wilsbekwaamheid van de patiënt. Datzelfde geldt voor de mentor. Een hulpverlener heeft betreffende het geven van een eventuele behandeling overigens een eigen verantwoordelijkheid. Een curator of mentor kan een hulpverlener bijvoorbeeld niet dwingen een bepaalde behandeling te geven.

Informatieverschaffing
De patiënt moet voldoende relevante informatie krijgen over:
- de aard van de eigen gezondheidstoestand
- de aard en het doel van het voorgestelde onderzoek of de voorgestelde behandeling
- de te verwachten gevolgen en risico's van het onderzoek of de behandeling voor de eigen gezondheid of het welzijn
- de te verwachten gevolgen van het achterwege laten van de behandeling
- de eventuele alternatieven voor het onderzoek of de behandeling.
De informatie moet zoveel mogelijk worden afgestemd op het bevattingsvermogen van de patiënt. Daarbij moeten de toestand en de omstandigheden waarin de patiënt verkeert, in aanmerking worden genomen. Als de patiënt er blijk van geeft de gegeven informatie te begrijpen, wordt hij wilsbekwaam geacht. Als de patiënt de informatie niet begrijpt, kan dat betekenen dat de patiënt wilsonbekwaam is. Maar het kan ook zo zijn dat de manier waarop de informatie is gegeven, niet de juiste is. Het ligt dan voor de hand om de informatie nog een keer te geven en/of het op een andere manier te proberen. Bij een behandelingsbeslissing is het de hulpverlener die de patiënt de informatie geeft.
Heeft de patiënt een curator of een mentor, dan kan het ook de taak van de curator of de mentor zijn om (bepaalde) informatie aan de patiënt te geven. In zo'n geval geeft de hulpverlener de informatie dus niet alleen aan de patiënt maar ook aan de curator of de mentor.

Waaruit blijkt dat de patiënt de informatie heeft begrepen
Vooral bij een ingrijpend onderzoek of bij een behandeling met ingrijpende gevolgen is het van belang dat de patiënt de gegeven informatie voldoende heeft begrepen. Daarvoor moet worden gekeken naar de manier waarop de patiënt reageert. Zowel wat de patiënt zegt, als hoe hij zich na het ontvangen van de informatie gedraagt, is belangrijk. Daarbij gaat het er steeds om, te weten te komen wat de motieven van de patiënt zijn en om eventuele tegenstrijdigheden in de uitlatingen van de patiënt op te merken.

Toetsing en verslaglegging
Omdat de beslissing over wilsbekwaamheid soms ingrijpende gevolgen kan hebben, moet de beoordeling van de wilsbekwaamheid van de patiënt zorgvuldig plaatsvinden. De hulpverlener zal in het algemeen in het medisch dossier van de patiënt moeten vastleggen op welke manier de informatie is gegeven en hoe de beoordeling van de wilsbekwaamheid heeft plaatsgevonden.
Overleg met anderen van het behandelteam is, net als het vragen van een tweede mening van iemand die niet bij de behandeling is betrokken, gebruikelijk bij ingrijpende beslissingen.

Benieuwd naar wat wij voor u kunnen betekenen?

Neem contact op!